Herkennen

Veel plantjes zijn eetbaar, maar niet allemaal. Hoe weet je nu wat eetbaar is en wat niet?
Je kunt natuurlijk alle soorten gewoon uit je hoofd leren. Dat is de meest veilige manier.
Maar er zijn ook wel wat grove kenmerken om giftige planten te herkennen. Natuurlijk zijn hier wel uitzonderingen op, maar met deze hoofdkenmerken zit je aan de veilige kant.

  • Planten met melksap zijn giftig, behalve paardebloem en kokosnoot
  • Planten met een paarse stengelvoet of rode planten zijn giftig
  • Planten met een bittere of scherpe smaak zijn giftig
  • Planten die stinken zijn giftig
  • Planten die huidirritatie veroorzaken zijn veelal giftig
  • Planten met vruchten fruit dat in vijf segmenten is verdeeld zijn giftig.
  • Planten met kleine stekeltjes op stam en bladen zijn giftig
  • Planten die ruiken naar perzik of amandelen zijn vrijwel zeker giftig
  • Planten met witte of gele bessen zijn vrijwel altijd giftig

 

Eetbaarheidsproef - nieuwe planten uittesten

Stel je wordt gedropt in een onbekend land en je wilt testen of een plant eetbaar is?
Hoe kan je ontdekken of een nieuwe plant al dan niet eetbaar is?

Houd je altijd, wanneer je nieuwe planten als voedsel probeert, aan de volgende procedure en laat altijd één persoon het doen. Sla NOOIT een stuk van de test over - doe de test in zijn geheel. Als er enige twijfel bestaat, eet dan de plant niet. Doen zich maagproblemen voor, drink dan veel heet water; eet pas als de pijn weg is. Is het probleem hevig, wek dan braken op door met een vinger achterin je keel te kietelen. Houtskool is ook een goed middel: het kan braken opwekken en het houtskool kan ook vergif absorberen (denk aan norit).

Het stappenplan

  1. Kijk: Inspecteer de plant. Zijn er geen uitwendige kenmerken die erop wijzen dat een plant giftig kan zijn (stekels, haren).
  2. Ruik: als het naar amandelen ruikt: gooi het weg
  3. Voel: Wrijf met een klein stukje van de plant op de binnenkant van de elleboog. Is er na 4 minuten geen huidirritatie ga dan naar stap 4. Is er wel irritatie: gooi het weg en eet deze plant nooit.
  4. Proef: Leg een stukje van de plant tussen de onderlip en de tanden. Doe dit ook 4 minuten. Als er dan een bittere, zeepachtige, sterk zure of brandende smaak of braakneigingen optreedt: gooi het weg en eet deze plant nooit.
  5. Slik: Slik een kleine hoeveelheid door en wacht vijf uur. Eet of drink niets anders in deze periode. Treden er geen verschijnselen op zoals braken, buikloop, maagkrampen of duizeligheid dan kun je door met stap 6.
  6. Eet nu een handje vol van de plant. Treden er de volgende dag geen krampen op dan is de plant waarschijnlijk eetbaar en kun je meer van de plant gaan eten.

Let op! De eetbaarheidsproef geldt niet voor paddestoelen! Wees uiterst voorzichtig met paddestoelen. Alleen rasechte paddestoelenkenners kunnen giftige van niet giftige onderscheiden.

Naast de eetbaardheidsproef kunnen ook de volgende tips van pas komen.

  • Oude of verwelkte bladeren kunnen beter vermeden worden. Let op: ze kunnen het giftige blauwzuur bevatten.
  • Planten met knollen (onder de grond) moeten altijd worden gekookt of geroosterd.
  • Net onder de schors van een boom zit de voedingsbaan. Het deeg-achtige mengsel is meestal goed eetbaar. Je vind het vooral op bomen waarvan ook de bladeren eetbaar zijn. Vooral de berk heeft grote voedingswaarde en is wereldwijd te vinden.