Gevaarlijke planten

ledereen weet wel dat er giftige planten bestaan. Vrijwel allemaal hebben we dagelijks met een of meer giftige soorten te maken. Dat loopt gelukkig bijna altijd goed af, omdat we ons - bewust of onbewust - 'aan de regels houden'.
Planten in de vensterbank zijn er alleen voor de sier en niet om te eten, dus geeft het niet dat ze giftig zijn. Zo lang je niet eet van bijvoorbeeld hulst (bessen), taxus (naalden en zaden), vingerhoedskruid (hele plant) en zwarte nachtschade (hele plant, maar vooral devruchten) uit de tuin gaat alles goed.
Aardappel, abrikoos en bon en zijn ook giftig, maar eet je wel degelijk. Dat kan omdat je van de giftige delen afblijft. Je moet bij wilde groenten dus goed opletten welk deel je kunt gebruiken. Bovendien eet je aardappels niet rauw maar gekookt. Door koken worden de giftige stoffen afgebroken of verwijderd. Diezelfde belangrijke truc, koken, maakt alle soorten bonen eetbaar. Rauw zijn ze namelijk helemaal niet zoet; wel vaak giftig.  Helaas mag je nu niet den ken dat door koken alle eventuele giftigheid van een plant verdwijnt. Zo eenvoudig is het niet. Wel kun je er uit leren, dat koken, of liever gezegd de hele manier van klaarmaken, van grote invloed is op de eetbaarheid van een gerecht.

Er zijn twee tamelijk veel voorkomende giffen in de plantenwereld, beide gemakkelijk te herkennen:

  • Blauwzuur smaakt en ruikt naar bittere amandelen en perziken. Het meeste bekende voorbeeld is de laurierkers, die een sterk verwant gif bevat. Wrijf wat balderen fijn en maak je de geur eigen. Alle planten met deze geur moet je mijden.
  • Oxaalzuur komt in de natuur ook in sommige planeten voor, bijvoorbeeld in wilde rabarber. Dit gif is herkenbaar aan het scherpe, droge, stekende of brandend gevoel wanneer het op de huid of op de tong komt.

Een lijstje met giftige planten, dit lijstje is niet uitputtend maar bevat wel de meest belangrijke Nederlandse soorten en tuinplanten:

  • Bergvlier (rauw)
  • Bilzenkruid
  • Bitterzoet
  • alle Boterbloemen en ranonkels
  • Blauwe monnikskap
  • Blauwe regen
  • Bolderik (zwart zaad in het koren)
  • Bosanemoon
  • Buxus
  • Canadese kornoelje
  • Clematis en bosrank
  • Dalkruid
  • Dolle kervel
  • Doornappel
  • Eenbes       
  • Gelderse roos
  • Gele lis
  • Gevlekte aronskelk
  • Gevlekte scheerling (gifbeker van Socrates) en waterscheerling
  • Gifsla
  • Ginkgo
  • Gouden regen
  • Heggenrank
  • Hemelboom
  • Herfsttijloos
  • Hulst (rode bessen)
  • Jakobskruiskruid
  • Kamperfoelie (vooral bes)
  • Kardinaalsmuts (bessen)
  • Kerstroos
  • Klimop (Engels: Poison Ivy; bessen)
  • Kruidvlier
  • Laurierkers
  • Lelietje-van-dalen (hele plant)
  • Liguster
  • Maagdenpalm
  • Maretak (witte bessen)
  • Nachtschadefamilie (zwarte nachtschade, bitterzoet, aardappel, tabak)
  • Oleander
  • alle Papaver-soorten (opium)
  • Peperboompje
  • Reuzenberenklauw (elk contact vermijden)
  • Selderij
  • alle Sleutelbloemsoorten
  • Sneeuwbes
  • Sprokenhout (wel: medicijn tegen verstopping)
  • Stinkende gouwe (geel melksap)
  • Taxus (Engels: Horsedead; alle groene en bruine delen)
  • Thuja (levensboom)
  • Valse acacia
  • Vingerhoedskruid
  • Vuilboom
  • Vuurdoorn
  • Wegedoorn
  • Wilde wingerd
  • Wolfskers
  • alle Wolfsmelk-soorten
  • Wonderboom
  • Zeepkruid